Intervisie

Intervisie is een prettige werkvorm wanneer medewerkers onderling van elkaar willen leren en samen willen werken aan deskundigheidsbevordering. Ook helpt het hen om de visie op het werk op elkaar af te stemmen en te komen tot eenduidigheid richting klanten of cliënten. Kenmerken van intervisie zijn:
  • -er is sprake van collegiale ondersteuning
  • -en onderlinge advisering bij werkproblemen
  • -in een leergroep bestaande uit gelijken (6 à 8 medewerkers)
  • -die binnen een gezamenlijk vastgestelde structuur
  • -tot oplossingen en inzichten tracht te komen
  • -in een zelfsturend en op reflectie gericht leerproces
(bron: Jeroen Hendriksen ('12) http://www.jeroenhendriksen.nl/intervisie-taakgericht-werken.html)
Intervisie wordt vaak opgestart met een begeleider, maar na enkele bijeenkomsten (minimaal 4) kunnen de medewerkers er zelf mee verder. Soms is het nodig dat de begeleider enkele malen per jaar nog terugkomt om de groep scherp te houden of nieuwe doelen te bereiken.
Bij de start van de bijeenkomst worden de werkvragen kort ingebracht en de groep kiest samen welke er in de bijeenkomst besproken wordt. De keuze daarvoor kan gebeuren op basis van EGT: bij welke vraag gaat veel Emotie gepaard; welke vraag gaat om Gezamenlijke casuïstiek of welke werkvraag is erg aan een Tijdslimiet gebonden? Een bijeenkomst duurt minimaal anderhalf uur maar twee uur is ook heel gebruikelijk. Vaak kan er één werkvraag besproken worden en een enkele keer lukt het om er nog een te bespreken. Wanneer er geen begeleider meer is, is het van belang dat vooraf is afgesproken wie van de medewerkers de bijeenkomst leidt. Dit kan bijv. per tourbeurt.
Bij de start van de bijeenkomst worden de werkvragen kort ingebracht en de groep kiest samen welke er in de bijeenkomst besproken wordt. De keuze daarvoor kan gebeuren op basis van EGT: bij welke vraag gaat veel Emotie gepaard; welke vraag gaat om Gezamenlijke casuïstiek of welke werkvraag is erg aan een Tijdslimiet gebonden? Een bijeenkomst duurt minimaal anderhalf uur maar twee uur is ook heel gebruikelijk. Vaak kan er één werkvraag besproken worden en een enkele keer lukt het om er nog een te bespreken. Wanneer er geen begeleider meer is, is het van belang dat vooraf is afgesproken wie van de medewerkers de bijeenkomst leidt. Dit kan bijv. per tourbeurt.
Men is in supervisie gelijkwaardig en er is geen leidinggevende aanwezig. Een sfeer van onderling vertrouwen is essentieel. Wat er in de groep gezegd wordt, blijft vertrouwelijk. Een gevoel van ruimte en vrijheid is van groot belang voor het uitdiepen van werkvragen.
Er is een basisstructuur voor een intervisiebijeenkomst. Deze ziet er in het kort als volgt uit:
  1. Fase van de probleeminventarisatie
    De leden van de intervisiegroep brengen hun werkprobleem kort en helder naar voren. De groep maakt een keuze voor het te behandelen probleem.
  2. Analysefase
    De groep stelt (schriftelijk) informatieve vragen. Geen suggestieve, interpreterende of gesloten vragen.
  3. Bewustwordingsfase
    De analyse die n.a.v. de vragen ontstaat, leidt vaak tot een herformulering van het probleem met daarbij het eigen aandeel in het probleem. Soms is er een dieper liggend probleem dat naar de oppervlakte komt.
  4. Adviesfase
    Alle deelnemers geven een advies aan de inbrenger t.a.v. het probleem. De probleeminbrenger geeft aan wat hij/zij al gedaan heeft of welke oplossing hij/zij passend vindt. De adviezen hoeven niet altijd tot een oplossing te leiden, maar kunnen ook inzicht geven en leiden tot reflectie op achterliggende oorzaken.
  5. Evaluatie
    De intervisiegroep evalueert het proces, het resultaat en maakt afspraken voor de volgende keer. Het is gebruikelijk de volgende bijeenkomst nog even terug te komen op het eerder ingebrachte werkprobleem en te kijken in hoeverre iemand er iets aan gehad heeft en hoe het nu gaat.
grafiek: Steven Tuinstra, webdesign: Harm Braam